KELTUM
De basis voor Koninklijke Van Kempen & Begeer werd gelegd in 1777, toen Johannes Mattheüs van Kempen, geboren in 1764 te Utrecht als enige zoon van Pieter van Kempen en Margaretha van Sweringen, bij Meester Den Briter in de leer ging om zilversmid te worden. Johannes Mattheüs van Kempen werd in 1789 als meester opgenomen in het gilde waarmee hij zijn eigen meesterteken mocht voeren. De start van een eeuwenlange traditie in vakmanschap was een feit toen ook zijn zonen Pieter Johannes en Johannes Mattheüs voor het zilvervak kozen. Bij de opening van een nieuwe fabriek in juni 1858 ontving het bedrijf van Koning Willem III het predikaat “Koninklijk”, nadat in 1841 reeds toestemming was verkregen het Koninklijk Wapen te voeren.