ROBBE&BERKING

Nicolaus Christoph Robbe (1843-1916), overgrootvader van de huidige eigenaar, richtte de zilversmederij van Flensburg op in 1874. Hij werkte alleen, ondersteund door zijn vrouw Luise, in zijn kleine werkplaats om zilveren bestek en tafelaccessoires te produceren, in opdracht van en gebaseerd op de ontwerpen van juweliers uit de regio Flensburg. Hij onderscheidde zich door zijn bescheidenheid en vaardigheid.

De laatste jaren van de 19e eeuw werden gevormd door een economische bloei. In 1897 werd een zeer getalenteerde assistent aangesteld: Robert Berking kwam uit het gerespecteerde Braunschweig Bürgerhaus. Hij had het zilversmeden in zijn geboortestad geleerd en zijn meester-vakmancertificaat voltooid. Hij werd verliefd op Henriette Robbe, de dochter van zijn baas, trouwde met haar en nam een ​​aandeel van 50 procent in het kleine bedrijf. De eerste sterke groeiperiode van het bedrijf begon met Robert Berking. In de korte 12 jaar vóór zijn vroege dood breidde de jonge en zeer bekwame meester zilversmid de werkplaats uit, ontwikkelde het eigen bestekprogramma van het bedrijf en bouwde het eerste gebouw van het bedrijf in de Sophienstrasse in Flensburg. Hij slaagde erin het handelsgebied, dat tot dat moment beperkt was gebleven tot het gebied rond Flensburg, uit te breiden tot Königsau (nu Denemarken) in het noorden en tot de grens met Hamburg in het zuiden. Het aantal medewerkers groeide snel: in 1907 waren er twaalf assistenten aan het werk in de werkplaats.

Robert Berking stierf op slechts 35-jarige leeftijd bij een ongeluk in 1908. Henriette Berking nam het bedrijf over, gesteund door haar vader Nicolaus Christoph Robbe en haar broer Arnold Robbe.
De oudste zoon, Theodor Berking, nam het management van het bedrijf over in 1925.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het aantal werknemers af door de verplichte militaire dienst. De vraag naar zilveren bestek stortte in en het bedrijf hield het hoofd boven water door militaire kruisen en medailles te maken.

Ondanks de slechte startomstandigheden veroorzaakt door het verlies van markten in wat nu de Sovjetbezetzone was, profiteerden Robbe & Berking ook van de jaren na de valutahervorming in 1949. Het aantal werknemers groeide waardoor het bedrijf naar een groter fabrieksgebouw in de Zur Bleiche-straat in 1956 verhuisde.
In 1958 nam Robert Berking de leiding over zijn vader. In de vier opvolgende decennia veranderde het bedrijf van een regionale leverancier in éen van Europa’s grootste producent van zilveren bestek. De door Robert ontworpen reeks bestekpatronen heeft internationale erkenning gekregen. Het droeg enorm bij aan de omzet die onder zijn leiderschap in een ongebruikelijke mate toenam.

Met de productie van zijn eigen handgemaakte zilveren tafelaccessoires en cadeau-artikelen veranderde de pure bestekfabrikant in een zilverfabriek. De door Robert Berking ontwikkelde bedrijfsstrategie is nog altijd de basis voor de verdere uitbreiding van zijn wereldwijde verkoopgebied.
Oliver Berking begon in 1985 voor het familiebedrijf te werken. In 1997 nam hij het bedrijf over en werd de 5e generatie aan de teugels. In tegenstelling tot andere fabrikanten die hun productie naar lage lonen landen verplaatsen heeft Oliver Berking ervoor gezorgd dat alle zilveren en verzilverde stukken die door het bedrijf worden gemaakt uitsluitend worden geproduceerd in de eigen ateliers in Flensburg.

Robbe & Berking blijft groeien en is nu éen van de meest succesvolle luxemerken van Duitsland onder het motto van de overgrootvader van Oliver Berking: “Anderen maken het misschien goedkoper maar niemand mag beter zijn.”